Lucht

Misschien is het meest centrale begrip in dit verhaal is wel lucht. Lucht zit in je banden, je ademt het voortdurend in en uit, en je duwt je er al fietsend door heen. Maar je ziet de lucht zelf niet, het is volkomen ongrijpbaar.

Je ziet wel hoe lucht de wolken en het gras beweegt, hoe het de vlag laat wapperen en molenwieken laat draaien, en je hoort het suizen in je oren. Dus het is er wel. Niet voor niets erkende de oude Grieken het al vroeg als één van de vier aardse elementen water, aarde, vuur en lucht (ἀήρ, ofwel aer).

Luchtige taal

Over dit zo belangrijke maar onzichtbare ‘iets’ zijn ook veel spreekwoorden en uitdrukkingen ontstaan: “Beter één vogel in de hand dan tien in de lucht”, “Een gat in de lucht slaan”, “Ergens lucht aan geven”, “Iemand niet kunnen luchten”, en niet in de laatste plaats “luchtfietserij”.

Het woord lucht zou volgens de etymologie [Etymologisch Woordenboek] voort komen uit het Germaanse woord ‘lyft’ wat hemelgewelf betekent, en ‘liften’ (de lucht in tillen). Iets kan ook ‘luchtig’ zijn, dwz zorgeloos, ‘niet compact’, of licht. Licht suggereert een gewicht (hoe licht ook), dus een massa, dus dat het iets is. Maar wat dan?

REFERENTIES


M. Philippa e.a. (2003-2009) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands. Etymologiebank.nl