Hoe verhouden mannen zich tot vrouwen?

Ik zie op zonnige dagen vaak oudere echtparen keurig naast elkaar langs de dijk fietsen. Maar als ik samen met mijn echtgenote fiets is het altijd een kunst om de voorwielen gelijk te houden. Op een of andere manier zit er in mij een aangeboren neiging om mijn wiel iets voor dat van haar te houden. Een eigen kruissnelheid net iets onder of boven die van de ander maakt samen fietsen toch een lichte worsteling, die natuurlijk ruimschoots gecompenseerd wordt door de onderlinge gezelligheid tijdens het fietsen.

Hoe groot zijn de verschillen tussen mannen en vrouwen eigenlijk gemiddeld?

De verhouding van recordtijden bij de mannen en vrouwen voor diverse afstanden zwemmen, hardlopen en wielrennen. Gemiddeld is de mannentijd ongeveer 90% van de vrouwentijd.

Wereldrecords voor hardlopen en zwemmen

Van de gemiddelde man en vrouw zijn de sportieve prestaties niet altijd terug te vinden, maar van topsporters wel. In 2012 publiceerde The Atlantic een interessant overzicht van world records hardlopen en zwemmen bij de mannen en de vrouwen [Meyer, 2012].

Voor alle zwemafstanden en zwemvormen tussen de 100 en de 1500 meter bleken de wereldrecords bij de mannen ≈10% sneller te zijn dan die bij de vrouwen.

Dat blijkt ook het geval voor wereldrecords bij hardlopen, of het nu de 100 meter sprint betreft, of de marathon.

Ook interessant is om te zien hoe de wereldrecords voor een bepaalde afstand zich in de loop van de jaren ontwikkelen. Het record op de 100 meter sprint bij de vrouwen was begin jaren twintig nog ≈12.8 sec, en is in de loop van de tijd steeds verbeterd tot het huidige record van 10.5 sec dat in 1988 door Florence Griffith-Joyner werd gelopen, en tot op heden niet is geëvenaard.

Maar die recordtijd voor de 100 meter vrouwen werd al een eeuw geleden door de mannen gelopen. De mannen hebben op hun beurt het record inmiddels op 9.6 sec staan (Usain Bolt).

Vereenvoudigde weergave van de ontwikkeling over de jaren van recordtijden van mannen en vrouwen op de 100m hardlopen (boven) en 100m zwemmen (onder).(bron: Meyer, 2012)


Wat aan de recordcurves voor mannen en vrouwen te zien is, is dat de curve voor de vrouwen steeds dichter naar die van de mannen toe kruipt, maar dat het verschil telkens ≈10% blijft.

Wereldrecords voor fietsen

Zou het verschil tussen mannen en vrouwen hetzelfde patroon vormen voor het fietsen? Daarvoor kunnen we de wereldrecords opzoeken voor mannen en vrouwen op de 200 en 500 meter (met vliegende start). Voor de mannen is dat 9.3 en 24.8 sec. Voor de vrouwen 10.4 en 29.0 sec. Dus de vrouwen zijn op de 100 meter 10% langzamer en op de 500 meter 14%.

Tevens kunnen we uitrekenen wat de tijd zou zijn op de 50 km wanneer we de uurrecords opzoeken. Voor de mannen staat het uurrecord (met klassieke racefiets, dus geen ligfiets of superfiets) op 54.5 km, en voor de vrouwen op 48.0 km. Omgerekend doet de snelste man dus 3301 sec over de 50 km, de snelste vrouw 3751 sec. Dat is een verschil van 12%.

Dus ook voor het fietsen geldt dat het verschil in snelheid tussen de snelste mannen en vrouwen zo’n 10-14% bedraagt.


Referenties


Robinson Meyer (2012). The 'Golden' Ratio: The One Number That Describes How Men's World Records Compare With Women's. The Atlantic, Aug 7, 2012. (www.theatlantic.com/technology/archive/2012/08/the-golden-ratio-the-one-number-that-describes-how-mens-world-records-compare-with-womens/260758)

Sociaal-culturele verschillen

In 2016 verscheen er van de hand van Robert Deaner van de Grand Valley State University een review studie vanuit evolutionair perspectief [Deaner, 2016] dat suggereert dat de mindere deelname van vrouwen in sport niet zozeer komt omdat ze minder kansen krijgen, maar doordat ze minder interesse hebben. Vrouwen zouden minder competitief zijn dan mannen en minder risico willen nemen. Dit zou meer door aangeboren hormoonverschillen dan door sociale processen worden veroorzaakt.

De evolutie zou mannen hebben geprogrammeerd om graag sport te beoefenen, om zo indruk te maken op vrouwen (de ‘courtship display’ hypothese) en om zo vaardigheden aan te leren die nodig zouden zijn om te jagen en oorlog te voeren (de ‘development of skills’ hypothese).


Sociaalcultureel onderzoek naar de uiterst complexe mens en de manier waarop wij samenleven is enorm belangrijk. Vanwege die complexiteit zijn de uitkomsten daarvan nog vaak sterk context-afhankelijk. Ik zie daarom uit naar verder onderzoek, dat de conclusies van Deaner ongetwijfeld ter discussie zal stellen, want dat is wetenschap.


Fysieke verschillen

Er zijn ook fysieke verschillen die een rol spelen. Bij mannen bestaat gemiddeld 36% van het lichaamsgewicht uit spiermassa, bij vrouwen is dat gemiddeld 27%. Het vetpercentage voor mannelijke athleten is 4-10%, voor vrouwelijke 7-15% [Boileau et al, 2000]

Verder is de maximale inademingscapaciteit van de longen bij mannen gemiddeld 3.5 liter, bij vrouwen 2.4 liter.

Met meer relatieve spiermassa, minder relatieve vetmassa, en meer longvolume om de spierverbranding te voeden, moet het ook makkelijker zijn om sneller te bewegen.


Referenties


Robert Deaner et al (2016). Sex Differences in Sports Interest and Motivation: An Evolutionary Perspective. Evolutionary Behavioral Sciences, 10(2); https://www.apa.org/pubs/journals/features/ebs-ebs0000049.pdf
RA Boileau, CA Horswill (2000). Body Composition in Sports: Measurement and Applications for Weight Loss and Gain. In: Exercise and Sports Science Edited by WE Garrett, DT Kirkendall. pp. 319-338.